
Het scheppingsverhaal
In een eerder blog schreef ik over het scheppingsverhaal en dat het zo’n mooie moment was om onze jonge kinderen te vertellen over de (biologische) verschillen tussen mannen en vrouwen. Ik schreef dat ik afweek van de tekst door er dingen aan toe te voegen.
Om dat te kunnen doen, heb je soms de taal nog nodig. Het komt niet vanzelf op; zo’n verhaal. Wie weet heb je daarom iets aan hoe ik het deed. Wie weet zijn het woorden die bij je passen.
Onderstaand verhaal wijkt af vanaf de zesde dag, nadat de dieren gemaakt zijn. Tot daar vertelde ik dus gewoon wat er in de kinderbijbel stond. Ik koos een Bijbel waarin het naakt getoond werd, zodat ik kon aanwijzen tijdens het vertellen (Kijkbijbel van Kees de Kort).

Toen was de aarde klaar.
Klaar om de mensen erop te laten wonen.
God begon aan het grootste kunstwerk van de hele schepping.
Hij schiep een mens uit het stof.
Een mens die op God leek.
Adam, heette hij.
Wat was hij prachtig.
En daarna schiep God nog een mens, anders als de man: een vrouw.
Ze waren verschillend.
Maar even belangrijk.
En ze pasten precies bij elkaar.
Adam was een man.
Hij had een piemel (of gebruik het jullie bekende woord).
Eva was een vrouw.
Zij had een spleetje (idem) en mooie borsten.
Adam en Eva waren bijzonder gemaakt.
Ze genoten ervan om bij elkaar te zijn.
Eva had iets speciaals.
Ze had een babykamertje in haar buik.
Een kamertje waar een baby in kon groeien.
Een baby van Adam en Eva.
Zo kon de aarde vol worden van mensen!
Wat heeft God alles mooi bedacht.
Wat heeft Hij het prachtig gemaakt!
*Dit verhaal is onderdeel van een ‘Scheppingsproject’, waarin ik alle dagen langs heb laten komen en we een knutselproject deden. De kinderen vonden het geweldig. Heb je interesse om het te ontvangen? Laat het dan even weten via de contactpagina.


Over hijskranen en m/v-zijn

Vragen van kinderen (deel 2)
Dit vind je misschien ook leuk

Soms
28 maart 2023
Persoonlijk(heid)
28 januari 2022